Hart
We wandelen door de koude decembernacht langs feestend volk en dronken paartjes, terwijl ik chaotische groepjes mensen ontwijk en mijn vrienden probeer te volgen. Ze stappen goed door, want het is koud en grijs en de omgeving zit niet mee. Rumoerig, marginaal en inefficiënt, daarvan ga je op een verhoogd tempo lopen. Ik heb steken in mijn zij, maar dat is mijn probleem. Ik wil hen volgen, ik, die niet bij machte ben te imiteren wat zij steeds weer voor elkaar krijgen: liefde.
De liefde gaat ervandoor, met steeds grotere passen, en ik wurm mij langs zatte mannen die de wereld voor mijn voeten werpt. Een vrouw grijpt me bij mijn schouders en briest in mijn oor. Ik worstel me vanonder de lange roodgelakte nagels van de valse sirene en zet het op een drafje, terwijl ik roep: 'Wacht op mij!' Ze horen me niet en lopen gestaag verder. Overal slaan mannen elkaar begroetend op de schouders en complimenteren vrouwen elkaars feestoutfit. Ik kan zien hoe mijn vrienden lachen om een grap, hoe Lorena haar mond en ogen wijd openspert en naar voren buigt, hoe Stan grijnzend zijn blik over het gezelschap laat gaan en hoe Pia Stan liefdevol aankijkt en over zijn kaak streelt. Voor hen gaan Jessica en Nora in crescendo door op de farce, terwijl Frank en Laura weloverwogen geestigheid cultiveren. Ik kijk ze na en sta stil, opeens niet wetend hoe ik me bij die groep moet voegen.
Ik voel zware levensvragen opborrelen, dus ik loop gauw door. Op dit moment bestaan er verschillende manieren om met de situatie om te springen en ik realiseer mij dat mijn keuze grotendeels bepalend zal zijn voor het verloop van de rest van de avond. Wanneer ik iemand mijn naam hoor roepen, zoek ik dan ook verlangend de menigte af naar de plek waar iemand mij hebben wil. Francine, een en al glimlach, zegt hallo. Ze heeft haar hart gevolgd en het werpt vruchten af: haar nieuwe aanwinst hangt aan haar arm. Ze stelt hem voor als Ferre en ik vraag of dat zijn echte naam is of een bijnaam. Het hart antwoordt niet, het knikt alleen. Kort.